Studeerde van 2012 tot 2017 sociologie aan de Radboud Universiteit, waarbij hij de Research Master in Social en Cultural Science heeft gedaan. Ten tijde van dit interview werkte Gideon in gelijke functie bij Necker van Naem, waarvan Citisens een dochteronderneming is. Momenteel is Gideon onderzoeker en adviseur bij onderzoeksbureau Citisens.
1. Waarom heb je gekozen om sociologie te gaan studeren?
Ik heb lang getwijfeld tussen veel verschillende studies. Psychologie, Geschiedenis, Filosofie en Sociologie. Na diverse meeloop- en opendagen heb ik uiteindelijk de Tweedaagse (meeloopdagen) bij Sociologie gevolgd, waarbij je de stad, universiteit en de opleiding leerde kennen. Daar werden inhoudelijke zaken gecombineerd met veel gezelligheid. Die dag heeft me dan ook wel echt overtuigd! De vraag die namelijk enorm in me speelde was: “Waarom doen mensen wat ze doen” en deze studie gaf de meeste invulling op deze vraag.
2. Hoe ging je zoektocht naar een baan? En hoe is je loopbaan gegaan na je opleiding?
De zoektocht ging niet per se heel goed. Ik heb eerst de research master van sociologie gedaan, waar meestal uit voortkomt dat je een PhD wil gaan doen. Na een heel jaar scriptie schrijven kwam ik erachter dat ik dat wel oké vond, maar niet het einde van de wereld. Ik wilde meer dynamiek dus ging op zoek naar een baan bij een onderzoek-advies bureau. Ik had een heel specifiek idee over wat ik wilde gaan doen op de arbeidsmarkt. Toen ik in december na een lange procedure van drie maanden in de laatste ronde afgewezen werd bij een adviesbureau merkte ik dat ik de rest van het solliciteren een beetje had laten vallen, en daarmee veel tijd had verspeeld. Ook kwam ik tijdens het solliciteren in de gekke situatie terecht dat ik met mijn eigen vrienden moest concurreren in een sollicitatieprocedure, zo werd een van mijn vrienden wel uitgenodigd voor een tweede gesprek en ik niet. Uiteindelijk ben ik via een oud-bestuurder van Den Geitenwollen Soc. aan mijn baan gekomen. Ik zag dat hij bij Necker werkte en dat leek me ook wel interessant. Ik heb hem destijds een mailtje gestuurd met daarin mijn informatie, achtergrond en de vraag of ze nog iemand nodig hadden in hun team. Waarop hij reageerde dat ze op dat moment niemand zochten, maar ik wel een open sollicitatie mocht sturen. Vlak daarna werd er een vacature opengesteld en eind december stuurde ik mijn sollicitatiebrief. Uiteindelijk mocht ik in februari beginnen en momenteel werk ik er nu anderhalf jaar met een vast contract. Al met al kan ik wel zeggen dat de periode na het studeren wel echt een zoektocht kan zijn om je plekje te vinden. Vooral de eerste paar maanden stonden vol van de aanpassing van studeren naar werken. Uiteindelijk kwam ik meer op mijn eigen plek omdat ik meer in mijn eigen profiel groeide.
3. Waar was je naar opzoek toen je solliciteerde?
Toen ik solliciteerde was ik eigenlijk precies op zoek naar de baan die ik nu heb. Misschien had ik in het begin iets meer met data willen werken, maar dit doe ik uiteindelijk nu dan ook wel veel meer. Ik werk tegenwoordig niet meer op het diepgaande niveau wat betreft statistiek en methoden dat je gewend bent van de universiteit. Je wordt als socioloog sterk opgeleid tot SPSS-specialist. Dit kan ik in mijn werk toepassen, maar er zijn grenzen in welke vragen je uitzoekt en welke checks je niet meer uitvoert.
Bovendien werkt niet elk bureau met SPSS. Ik werk zelf ook veel via Excel. Dat werkt namelijk vaak makkelijker met de output en vragen die er zijn, en ook leer ik er veel over gezien het feit dat mijn collega daar heel goed mee overweg kan en me veel mee wil helpen. Je kunt zoveel meer met Excel dan wij hebben geleerd. In SPSS kan je wel diepgaandere en ingewikkeldere analyses uitvoeren, maar die zijn bij de meeste opdrachten niet gewenst. Bij de overheid kunnen ze daar niet altijd iets mee, omdat het moeilijker te interpreteren is. Vaak zijn de vragen te beantwoorden met meer basale statistiek zoals kruistabellen, correlaties en verhoudingen op basis van percentages. Ik denk dat ik toch uiteindelijk wel weer op de universiteit zou willen werken. Ik zou misschien best nog wel eens een keer willen promoveren, omdat hierin iets meer ruimte is voor verdieping en tijd voor een kritische houding. Misschien ook niet, ik weet het allemaal nog niet precies.
4. Kun je je huidige baan in een zin samenvatten?
In woorden zou ik zeggen: veelzijdig, dynamisch en commercieel.
5. Hoe ziet je gemiddelde werkweek eruit?
Ik werk meestal als junior, onder een projectleider, in team verband. Behalve de deadlines, kan ik verder qua tijden redelijk flexibel zijn. Maar meestal werk ik toch van half negen tot vijf, omdat het makkelijker is met communiceren en vroeg opstaan makkelijk is aangeleerd. Zelf probeer ik zoveel mogelijk te clusteren in dagdelen: ochtend en middag. Er zijn een paar standaard zaken in mijn werkweek, zo hebben we elke maandag ochtend een vergaderochtend. Omdat ik in twee verschillende teams werk, heb ik ook twee keer een weekstart met vergadering waarbij we bekijken wat we die week te doen hebben. Verder werk ik standaard op woensdag bij de gemeente Arnhem als ondersteuner van afdeling onderzoek en statistiek, waar ik Lies (derdejaars bachelor student) als stagiair nog wel eens tegenkwam. Daarnaast ga ik één tot twee keer per week op pad naar een opdrachtgever. De rest van de week heeft geen standaard regelmaat en ben ik vooral bezig achter de computer of in vergaderingen. Zo kan ik op één dag met acht verschillende lopende onderzoeken bezig zijn, maar ook een hele week met hetzelfde. Mijn werkweek loopt uiteen van rekenkameronderzoek, naar inwoners-enquêtes, marktonderzoek en integriteitsonderzoeken. Ook beheer ik zelf het panel voor de Haagse Tram Maatschappij (HTM) en heb ik daarin veel verantwoordelijkheid. Bovendien hebben we bij Citisens een van de grote stemhulpen: MijnStem. Dit zijn rondom verkiezingen ook zeer drukke maar leuke weken.
6. Hoeveel kopjes koffie drink je tegenwoordig per dag?
Op een dag drink ik ongeveer drie kopjes koffie. De kop om half 9 heb ik het meest nodig om aan het werk te kunnen gaan. Dit is dan ook het eerste wat ik doe als ik het kantoor binnen kom. De volgende kop is tussen kwart over negen en half tien, en daarna nog eentje om twee uur. Soms drink ik er om vier uur nog één. Het mooiste verschil tussen de GWS-kamer en werken op een kantoor is toch wel dat nu het koffiezet apparaat is aangesloten op de waterleiding dus er is ALTIJD koffie! Bovendien is de koffie iets lekkerder.
7. Wat komt er van de opleiding sociologie terug in je huidige baan?
Op het moment ben ik binnen mijn team vooral bezig met vragenlijsten programmeren. Daarbij merk ik dat je enorm goed hebt geleerd hoe je een onderzoek moet opbouwen en daarbij creatief kunt zijn in de verschillende manieren van opbouw. Daar waar andere lang moeten nadenken over hoe dat werkt, kan ik al snel beginnen met dingen uiteen te zetten. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de voor- en nadelen noemen van methoden die je gebruikt of bekijken of de methode het beoogde resultaat zal behalen. Mensen willen al snel een vragenlijst uitzetten, terwijl dit soms helemaal niet handig is wanneer je maar iets wilt weten van zeven mensen dan kun je veel beter een andere methode gebruiken. Verder ben je als socioloog goed opgeleid om kritisch te zijn, ook op andere onderzoeken. Je neemt niet zomaar klakkeloos dingen aan en over die andere zeggen. Tenslotte heb je ook al veel kennis over de sociaal maatschappelijke thema’s die van belang kunnen zijn bij je werk.
8. Waarom vind je dit vakgebied zo interessant?
Omdat de uitkomsten van de onderzoeken die je doet kunnen helpen om het leven van mensen makkelijker en beter te maken.
9. Welke persoonlijke eigenschappen omschrijven een socioloog in dit vakgebied het beste?
Kritisch, eigenwijs en de ‘zachte kant’ om het zo maar te zeggen. Ik doe bijvoorbeeld nu onderzoek naar hoe privacy is georganiseerd in het sociale domein van de gemeente. Terwijl een andere, in rechten afgestudeerde, collega meer kijkt naar de wetten, ben ik meer bezig met het nadenken over hoe het gedragen wordt onder de medewerkers en hoe zij ermee omgaan.
10. Waar zie je jezelf over 5 à 10 jaar?
Om mezelf over 5 jaar voor te stellen vind ik moeilijk, dit is namelijk in een korte, snel voorbijgaande tijd. Om mezelf over 10 jaar voor te stellen vind ik makkelijker. Ik zou mezelf graag zien als inhoudelijk kenner over verschillende maatschappelijke thema’s, dus echt goed kennis hebben over een aantal onderwerpen. Ik zou op dat moment graag bezig willen zijn om die kennis te gebruiken in onderzoek, onderwijs of politiek. Ik heb verder geen specifiek doel om naar toe te werken. Uiteindelijk wil ik gewoon in staat zijn om met de kennis die ik heb, mensen te helpen.
11. Wat zou je aan toekomstige sociologen willen mee geven?
Voor je studietijd zou ik willen zeggen: haal eruit wat erin zit! Gebruik je tijd en kansen op de universiteit om te leren wat er allemaal in je zit, want nergens anders krijg je zoveel kansen als op de universiteit. Verder moet je in gedachten houden dat alles te combineren valt, als je dat wilt, en doe het vooral ook alleen omdat je het wilt of denkt dat je het zelf beter kunt maar niet omdat het moet.
Voor na je studietijd zou ik willen zeggen: laat zien wat je geleerd hebt! In het werkende leven draait alles om je vaardigheden, snelheid en vertrouwen. Het zelfvertrouwen kan je makkelijk ontnomen worden door bijvoorbeeld geen baan kunnen vinden of weer moeten beginnen bij nul. Dus laat zien dat je als socioloog gigantisch veel geleerd hebt. Dat mensen ouder zijn wil niet per se zeggen dat mensen een betere mening hebben. Dit vind ik wel echt belangrijke punten waar ik zelf ook mee heb gezeten.
Ik zou nog graag even willen vermelden dat ik deze alumni interviews een goed initiatief vind. Ik denk dat het belangrijk is, als lid van Den Geitenwollen Soc., om mee te nemen dat wanneer je denkt wat wil ik nou eigenlijk met mijn leven of wanneer je interesse hebt in wat je allemaal kan doen in je vakgebied, je niet bang moet zijn om contact op te nemen met mensen die je niet kent of ouderejaars op te zoeken in een jaarboek. Dit vinden ze hartstikke leuk, in ieder geval ik, en ik weet het van anderen ook wel. Het heeft mij uiteindelijk aan een baan geholpen. Dus, schroom niet een berichtje te sturen.